Er zijn in België 3.933 personen die een misdrijf hebben begaan. Strafbare feiten hebben gepleegd. Maar zij krijgen daar geen straf voor. Zij hebben namelijk een 'geestesstoornis'. Deze mensen worden geïnterneerd. Voor onbepaalde tijd. Hun vermoedelijke vertrekdatum wordt bij aankomst provisoir vastgelegd op het jaar 9999. We mogen die internering geen straf noemen. Het woord 'straf' geldt alleen voor mensen die een 'delict' begaan dat hen kan worden 'toegerekend'. Internering is een verplichte behandeling.
Een behandelaar deelt in ‘Klink.’ zijn ervaringen met deze ontoerekeningsvatbare mensen. Zij zitten in de laatste fase voor – in de rechte lijn naar – hun voorlopige vrijlating zitten. Maar die lijn is allesbehalve de laatste. En is ook niet echt recht. Hoe beleven zij hun internering? Is er echt een verschil tussen een gedwongen behandeling en een straf? Is 'buiten' écht buiten?
Annemie Morbee schrijft en werkt met geïnterneerden. Vanuit haar verbondenheid met de ‘wereld van het ontoerekeningsvatbare’ zocht ze Bruno Vanden Broecke op en leidde hem rond in een labyrint vol verhalen en mensenlevens, stemmen uit het vagevuur.
Bruno haalde er zijn compagnon de route Raven Ruëll bij als regisseur. Beiden maakten samen een tiental voorstellingen, waaronder ‘Jan, mijn vriend’ (Bronks, 2002), ‘Missie’ (KVS, 2007) en ‘Para’ (KVS, 2016), monologen waarin een poging wordt gedaan om de mens zo eenvoudig mogelijk een spiegel voor te houden.